Utrecht - Vredenburg - kasteel Vredenburg 0000.0012

 

Vervolg Literatuur

- Janse, H., Houten kappen in Nederland, 1000 - 1940. Deel in de serie 'Bouwtechniek in Nederland', nr 2. Delft (Delftse Universitaire Pers), Zeist (Rijksdienst voor de Monumentenzorg), 1989. [413 blz. ISBN 90.6275.549.6]. Hierin "Kasteel Vredenburg": blz. 21 ("De oudste tekening [werktekening voor een kap - jp0115], die bekend is, dateert van omstreeks 1532 en zou door Rombout Keldermans gemaakt zijn. Het betreft een tekening van balklagen van het kasteel Vredenburg te Utrecht, waarop de kappen ‘van den twee groote tornen’ moesten rusten[7]", afb. 3 is deze tekening.)

- Reeskamp, J.H.E., "Trijn van Leemput zette houweel in Vredenburg". In: Nieuw Utrechts Dagblad, 26-05-191955.

- "Was Trijn van Leemput wel zo'n Kenau als men vertelt". In: Utrechts Nieuwsblad, 10-01-1978.

- Koppert, G, "Kasteel Vredenburg. Spaans dwangkasteel beheerste Utrecht ruim een halve eeuw". In: Utrechts Nieuwsblad, 25-05-1968, blz. 15

- Registervermelding MOU: "Kasteel Vredenburg in neolatijnse poëzie van de 16e tot de 18e eeuw - A.M.M. Dekker", in: Maandblad Oud-Utrecht, 1976, blz. 118-121.

- Hulzen, dr. A. van, "Het kasteel Vredenburg". In: Stadsblad Utrecht (huis-aan-huisblad), 01-07-1998, blz. 3

- Hulzen, dr. A. van, "Spanjaardsgat als bierhal". In: Stadsblad Utrecht (huis-aan-huisblad), 03-02-1999, blz. 3

- Hulzen, dr. A. van, "Burgers worden ongeduldig". In: Stadsblad Utrecht (huis-aan-huisblad), 20-01-1999, blz. 3

- Hulzen, dr. A. van, "Molen De Eendracht". In: Stadsblad Utrecht (huis-aan-huisblad), 09-07-2003, blz. 3

- Hulzen, dr. A. van, "Kasteel Vredenburg". In: Stadsblad Utrecht (huis-aan-huisblad), 25-06-20142003, blz. 3

- Hulzen, dr. A. van, "Kasteel Vredenburg als zoete inval". In: Stadsblad Utrecht (huis-aan-huisblad), 02-07-2003, blz. 3

- Hulzen, dr. A. van, "Kasteel Vredenburg. Bevrijdingsdagen: 11 Februari 1577". In: Stadsblad Utrecht (huis-aan-huisblad), 03-02-1993, blz. 3a

- Fagel, Raymond, "Spanjaarden op de Vredenburg. De aanwezigheid van Spaanse soldaten in Utrecht 1568-1577". In: Jaarboek Oud-Utrecht, 1924, blz. 6-29 (Goed gedocumenteerde analyse van de bronnen over de aanwezigheid van de soldaten, de aantallen, de perioden waarin en de verblijfplaatsen ervan en de politieke. Deze studie toetst de bekende verhalen over deze periode niet alleen aan de teksten die vanuit Utrechts perspectief geschreven zijn, maar - en dat is voor het eerst - ook aan de informatie in Spaanse archieven. Zoals te verwachten blijken beide kanten van het verhaal nogal te verschillen.
De gevolgen van de bezetting voor de Utrechtse bevolking en de lokale politiek zijn in het begin nog niet zo groot, Karel V werd gewoon als de nieuwe machthebber gezien door een groot deel van de Utrechters. Maar later werden Utrecht (en de bevolking) als opstandig, en dus als vijand gezien door de Spanjaarden. In samenhang hiermee werd ook de inkwartiering van soldaten bij Utrechtse burgers steeds ondraaglijker (blz 9-15 "inkwartiering"). Op 21-08-1569, bijvoorbeeld, ging het "om tien vendels soldaten die grotendeels moesten worden ondergebracht bij de burgers. Wellicht ging het om ongeveer 1.500 militairen en daarnaast nog hun vrouwen, kinderen en dienaren, alsmede de nodige honden en paarden. en paarden." De verblijfskosten moesten grotendeels door de getroffen burgers worden betaald. Een uitgebreide verklaring over de inkwartiering in zijn huis werd op 12-12-1570 afgelegd door Hubert van Buchell, kanunnik van het kapittel van Sinte-Marie. Hij stelde dat zijn huis door de Spanjaarden oner meer als bordeel werd gebruikt. Wanneer hij hierover klaagde werd meerdere keren zijn huis geplunderd door de ingekwartierden. "Bij het opmaken van zijn verslag was Van Buchell al zestien maanden het slachtoffer van de Spaanse troepen en dit had hem meer dan duizend gulden schade opgeleverd." Een verslag uit 1576 beschrijft de Spnjaarden als vrouwenversierders, die ook getrouwde vrouwen niet ontzagen.
Interessant is de toetsing van de roem van Cathrijn van Leemput aan de bronnen. Op 02-05-1577 begonnen boze burgers de Vredenburg te slopen. Zij zou daarbij als eerste met de afbraak begonnen zijn. "Hoewel er verhalen bestaan waarin ze vecht met Spaanse soldaten die ze uiteindelijk zelfs wist te verjagen, waren de laatste Spaanse soldaten al op 11 februari van dat jaar uit Utrecht vertrokken."

 

 1843

- Asch van Wijck, H.M.A.J. van, Levensschets van Henrick Moreelse, Burgemeester der Stad Utrecht, 1662-1664. Met aanteekeningen, betreffende de gedeeltelijke uitvoering van zijn ontwerp ter uitbreiding en verfraaijing die stad, in 1827-1839. Utrecht (N. van der Monde), 1843. [134 blz. ISBN -]. Hierin over het noodzakelijke opruimen van de leerlooierijen: blz. 114 ("die bij het Vreeburg zijn verplaatst of afgekocht, of, bij het eindigen der erfhuren, tegen billijke vergoeding, overgenomen.").

 Zie verder volgende kaart